Tuinwal
Tuinwallen zijn de perceelafscheidingen op plaatsen waar men geen sloten kon maken op een eiland waar vroeger weinig hout beschikbaar was. In plaats van hekken, hagen of sloten gebruikte men plaggen om afscheidingen te maken die bij aanleg ongeveer 1,2 meter hoog waren. Dit was bedoeld om vee buiten de afgetuinde percelen te houden en tegenwoordig binnen een eigen perceel te houden. De plaggen zijn geschikt als nestplaats voor graafwespen en -bijen en er groeien belangrijke planten op waar deze wespen en bijen op foerageren.
Wanneer voorkomen wordt dat tuinwallen verruigen door te maaien of te laten begrazen, dan kunnen de belangrijkste planten voor bijen daar groeien: muizenoortje, biggenkruid en (gras)klokjes. De bijen die hiervan profiteren zijn o.a. de Texelse zandbij en de klokjesdikpoot.
Tuinwal: Biggenkruid
Tuinwal: Muizenoortje
Texelse zandbij; Foto: Erik vd Spek
Texelse zandbij; Foto: Erik vd Spek
Klokjesdikpootbij, vrouw; Foto: Erik vd Spek
Wij lopen nog steeds langs tuinwallen. Midden in beeld is het bos rond de begraafplaats van Georgiërs, van tegen het eind van de tweede wereldoorlog. Links in beeld is het bos bovenop de Hoge Berg.
De Hoge Berg is slechts 15 meter boven zeespiegel; het is soms te zien vanaf Noord-Holland. In de achtiende eeuw was de Hoge Berg nog boomloos.
Begraafplaats, Georgiërs.
In het voorjaar van 1945 waren 800 Georgiërs gelegerd op Texel als hulptroepen van de Duitsers. Zij waren eerder, in 1941, als soldaten van het Rode Leger gevangen genomen en werden overgehaald om aan de duitse kant te vechten. Begin april zouden de Georgiërs ingezet worden tegen de geallieerden. In de nacht van 5 op 6 april kwamen zij in opstand tegen de Duitsers. Tot 20 mei duurden de gevechten.
Texel werd het laatste slagveld van Europa; honderden Duitsers, Texelaars en Georgiërs vonden de dood.
Zie het boekje: "Opstand der Georgiërs," van Dick van Reeuwijk.
In deze berm: Wikke.
Belangrijke bijenplanten van de wegbermen op Texel zijn:
Verder is beheer van de wegbermen ook belangrijk, anders verruigt de vegetatie, en dan loopt de verscheidenheid in insecten terug. Het belangrijkste beheersmaatregel is gefaseerd maaien: niet meer dan twee keer per jaar maaien, vooral in rustige periodes wat insecten betreft. En enkele niet gemaaide plekken laten staan om niet gelijk alle insecten uit te roeien.
Infobord Hoge Berg
De Hoge Berg is het hoogste punt van de stuwwal uit de een na laatste IJstijd, 150.000 jaar geleden. Die ligt 15m boven NAP. Samen met de stuwwallen van Wieringen en Gaasterland functioneert ze als een reuze strekdam. Hierdoor kon Laag Holland ontstaan en liggen Amersfoort en Utrecht niet aan zee.
Bij het Infobord
Het Infobord
Het uitzicht vanaf de hek
Elk voorjaar zorgt een vrijwilligersgroep uit Noord-Holland, onder leiding van Ben Brugge, van Naturalis, voor grondig onderhoud van de Zandkuil. In het najaar doen ze het nog een keer dunnetjes over door opslag van jonge bomen te verwijderd.
Maaien
Aanharken en afvoeren
Maaimachines aan de praat krijgen
Plaggen
Struiken snoeien
Pauze
Oude heide en dode struiken maaien...
...en afvoeren
Trapsgewijs plaggen
Het water opschonen
Visgraatplaggen in het klein
Het resultaat bekijken
Weezenputten
Nabij Brakestein bevinden zich de Wezenputten. Deze waterputten waren eigendom van het weeshuis in Den Burg. Dat ontving geld voor het water dat werd verkocht. Het water uit deze putten was populair vanwege het hoge ijzergehalte. Daardoor bleef het lang goed op verre zeereizen. Nagenoeg alle VOC-schepen, die zich op de Reede van Texel gereedmaakten voor vertrek naar Oostindië, namen op Texel water aan boord. Dat werd in vaten getapt, die met een bootje door de Skilsloot naar de dijk werden gebracht. In het Maritiem en Jutters Museum is een uitgebreide expositie over Texel en de VOC.
Uitzicht op Ceres
Je moet hier over een dijk klauteren om op de polder van Ceres te komen. Dit poldertje is ontstaan doordat bij de dijkversteking hier een strandje langs de Waddenzee is ingepolderd. Bijen en wespen nestelen graag in het droge deel van het strand en in de kale plekken op de oude dijk.
Ceres: orchis, rolklaver en koekoeksbloem
Ceres: zand
Hier nestlen zandbijen. De oppervlakte van kaal zand is volgens ons kleiner dan 10 jaar geleden.
Terug naar Redoute
Erik vd Spek van Staatsbosbeheer en Ben Brugge van Naturalis
Elk voorjaar krijgen vrijwilligers van de Werkgroep Kwadijkervlot uit Purmerend, onder leiding van Ben Brugge, de opdracht om een nieuwe tuinwal aan te leggen of een oude tuinwal op te knappen. In voorjaar 2014 mochten zij een nieuwe tuinwal aanleggen achter Ecomare. Het was hard werken.
De draden zijn gespannen
Zoden steken
Zoden steken
In twee rijen zoden opstapelen
Zoden steken uit naastgelegen weiland
De twee rijen zoden opvullen met zandgrond
Stuk voor stuk
Een grenspaal
Met Ecomare op de achtergrond
De afwerking
Het afronden
Het resultaat
Klokjesdikpootbij, vrouw; Foto: Erik vd Spek
De duinen herbergen klokjesdikpootbijen, tot nu toe alleen van de Bollekamer bekend. Kennelijk zijn er voldoende grasklokjes in de Bollekamer voor deze bij; een vrouwtje moet meer dan 150 klokjesbloemen bezoeken om voldoende stuifmeel te verzamelen voor een larve.
Langhoornbij, man; foto: Erik vd Spek
De gewone langhoornbij is zeer schaars in Nederland. Vanaf 1990 komt die alleen voor in Midden- en Zuid-Limburg, vlakbij Nijmegen en op Texel. Op Texel lijkt deze bij gebonden te zijn aan oude dijken waarin die nestelt. In 2011 vondt men honderden nestgangen in de Kuildijk (Binnenkuil). Later in hetzelfde jaar werden een paar exemplaren gevonden vlakbij het Wagejot, waar ze mogelijk in de zeedijk nestelen.
De vrouwtjes vliegen vooral op lippenbloemigen (rolklaver, wikke en klaversoorten). De soort vliegt in de periode dat veel graslanden en bermen voor het eerst in het jaar gemaaid worden; gefaseerd maaien is dus heel belangrijk. Wat het maaibeheer is op de oude dijken van Texel waar deze bij nestelt is ons niet bekend.
Langhoornbij, man; foto: Erik vd Spek
Langhoornbij, vrouw, bij nestingang; foto: Erik vd Spek
Langhoornbij, man; foto: Erik vd Spek
De gewone langhoornbij is zeer schaars in Nederland. Vanaf 1990 komt die alleen voor in Midden- en Zuid-Limburg, vlakbij Nijmegen en op Texel. Op Texel lijkt deze bij gebonden te zijn aan oude dijken waarin zij zich nestelt. In 2011 vondt men honderden nestgangen in de Kuildijk (Binnenkuil). Later in hetzelfde jaar werden een paar exemplaren gevonden vlakbij het Wagejot, waar ze zich mogelijk in de zeedijk nestelen.
De vrouwtjes vliegen vooral op lippenbloemigen (rolklaver, wikke en klaversoorten). De soort vliegt in de periode dat veel graslanden en bermen voor het eerst in het jaar gemaaid worden; gefaseerd maaien is dus heel belangrijk. Wat het maaibeheer is op de dijken van Texel waar deze zich nestelt is ons niet bekend.
Langhoornbij, man; foto: Erik vd Spek
Langhoornbij, vrouw, bij nestingang; foto: Erik vd Spek
Schorzijdebij, vrouw; foto: Erik vd Spek
De meest uitgesproken kustsoort van de bijen is de schorzijdebij. Deze bij is te vinden vanaf het midden van Frankrijk, langs de Engelse kust tot de Oost-Friese eilanden. Deze soort nestelt in kaal duinzand dat door de zee beïnvloed word. Voor larvenvoedsel is de schorzijdebij gebonden aan zeeaster.
In de Slufter is de kans dat je de schorzijdebij vindt groter dan in de Hors en de habitat is stabieler.
Schorzijdebij, vrouw; foto: Erik vd Spek
Schorzijdebij, man; foto: Erik vd Spek
Schorzijdebij, vrouw; foto: Erik vd Spek
De meest uitgesproken kustsoort van de bijen is de schorzijdebij. Deze bij is te vinden vanaf het midden van Frankrijk, langs de Engelse kust tot de Oost-Friese eilanden. Deze soort nestelt in kaal duinzand dat door de zee beïnvloed word. Voor larvenvoedsel is de schorzijdebij gebonden aan zeeaster.
In de Slufter is de kans dat je de schorzijdebij vindt groter dan in de Hors en de habitat is stabieler.
Schorzijdebij, vrouw; foto: Erik vd Spek
Schorzijdebij, man; foto: Erik vd Spek
Grote zijdebij, man; Foto: Erik vd Spek
De grote zijdebijen vliegen al vroeg in het jaar. Ze vliegen vooral op wilg: in de duinen, vooral op kruipwilg. Rond hun nestplekken zijn grote bloedbijen te vinden, koekoeksbijen met een rood achterlijf.
Grote bloedbij, man; Foto: Erik vd Spek