Op de grens van Wyldemerk krijg je verschillende info-borden te zien, o.a. eentje over het inzetten van Nederlandse landgeiten om het groen kort te houden.
Er is plek om te picknicken of een bootje aan te leggen.
Wij zijn aangekomen in het reservaat, bij het eerste info-bord. Wij lopen voorlopig met de klok mee, met de eerste poelen aan onze linker hand.
Bij het tweede info-bord zien wij wat drijvend fonteinkruid en bies in het water. Het info-bord zelf gaat over het feit dat libellen roofdieren zijn: zij leven langere tijd onder water als vleesetend larven en daarna weer kortere tijd boven water als rondvliegende volwassenen.
Er zijn minstens 33 soorten libellen gevonden op de Wyldemerk, een heel mooi aantal voor Friesland. Volgens het recente boek "Libellenrijk Fryslân (2014)," zijn echt kenmerkend voor de Wyldemerk de volgende soorten libellen: tengere pantserjuffer (een grote populatie in de Wyldemerk!), venwitsnuitlibel, noordse witsnuitlibel en gevlekte witsnuitlibel. Deze libellen zijn zeldzaam in Gaasterland; zij zijn vaker te vinden in b.v. het Kuinderbos en zuid-oost Friesland.
Aan de rand van de poelen zijn er veel bomen weggehaald om voor extra zonlicht te zorgen. Er zijn maar weinig libellen die een voorkeur hebben voor schaduw. Deze maaiploeg - bestaand uit landgeiten - houdt de begroeiing kort.
Sjoerd Bakker, boswachter van Staatsbosbeheer, vertelt ons over riet in een poel. Riet houdt niet van voedselarm water en is een woekeraar; het vormt een enorme massa aan wortelstokken en dit zorgt voor verlanding, de verandering van water in land. Om die reden vond Sjoerd het nuttig om in te grijpen en een deel van de riet weg te laten halen.
Dezelfde poel, een andere keer. Er staat niet alleen riet in het water, maar ook een info-bord op het droge. De afbeelding op het bord laat zien dat libellen als larven onder water leven en als volwassenen in de lucht rondvliegen. Maar dan hebben zij ook een manier nodig om uit het water te kunnen kruipen om boven het water uit te kunnen sluipen. Zij kunnen planten beklimmen die op het water drijven, uit het water steken of in het water hangen. Zij kunnen ook via geleidelijke oevers uit het water klimmen. Vandaar dat waterplanten, geleidelijke oevers en lage oevervegetatie zo belangrijk zijn voor libellen.
Wat betreft het uitsluipen van libellenlarven is de beschoeiing van deze sloot niet erg libellenvriendelijk, maar de oeverplanten die in het water hangen mogelijk wel.
In het ondiepe water zien wij hier en daar de drijvende bladeren van gele plomp. Veel juffers kunnen horizontaal uitsluipen; zij maken ook gebruik van zulke bladeren. Aan de noordoever van deze plas (in de verte) is een kleine verlandingsvegetatie; hier komt blaasjeskruid voor, met gele bloemetjes.
Verder komen hier ook egelskop en aarvederkruid voor.
Hier zien wij de plas ongeveer in de lengte. Aan de oostkant (boven rechts in beeld) groeien de bomen tot aan de oever. Dit zorgt voor meer schaduw en lagere temperaturen in het water.
Hier staan wij voor een info-bord en een ondiepe poel. Het info-bord geeft informatie over het verschil tussen juffers en echte libellen. Juffers houden hun vleugels langs het lichaam in rust, hun ogen zitten ver uit elkaar en zij zijn fladderaars wat het vliegen betreft. De libellen houden hun vleugels horizontaal uitgespreid in rust, hun ogen raken elkaar (of zitten dichtbij elkaar) en zij zijn uitstekende vliegers.
Oeps! Exoten: waterlelies, mogelijk hier neergezet door iemand met goede bedoelingen.
Er zijn soorten libellen die al vroeg vliegen, rond eind april, zoals:
Maar anderen beginnen pas een of twee maanden later, zoals:
Hier bloeit waterviolier in een bijna drooggevallen sloot. Waterviolier groeit vooral in ondiep, zoet, ongeveer neutraal water. In sloten kan het een indicator zijn van kwel, maar zo te horen is er weinig kwel aanwezig op de Wyldemerk.
De verschillen in sloten - de ene valt droog in de zomer, de ander niet - zorgen voor verschillende soorten libellen. Op de Wyldemerk vinden wij de zwervende pantserjuffer, de geelvlekheidelibel en de tangpantserjuffer: deze soorten zijn in staat in tijdelijke wateren droogtepeiodes te overleven als ei of als larve.
Elfbergen is een groot bosgebied, aangekocht door Staatsbosbeheer in 1976. Het is vooral productiebos en recreatiegebied. De vijver is in de jaren 30 van de 20ste eeuw uitgegraven. Wij hebben geen aparte libellengegevens van de vijver, maar er moet wel overlapping zijn met Wyldemerk en het Starnumansven.
Bij deze wandeling lopen wij met de klok mee.
De Stichting Golfclub Gaasterland heeft de eerste golfbaan in Europa met een Groenlabel, uitgereikt door het ministerie van LNV. Van de 43 hectare groot gebied is 15 hectare bedoeld voor sport; de rest is waterrijk natuurgebied.
De golfbaan werd aangelegd in combinatie met een nieuw natuurgebied. Het grootste deel van de baan wordt begrensd door ouder bos, in beheer bij Staatsbosbeheer. Adviezen worden gegeven door een bioloog van het SBNL (organisatie voor particulier en agrarisch natuurbeheer). Vennen werden uitgegraven. De uitgegraven grond is gebruikt voor de fairways en de zwaluwenwand. Door de verschillende wateren (groot en klein) is de Natuurgolfbaan Gaasterland zeer interessant voor libellen.
Met onze wandeling lopen wij vooral langs (en niet door) het terrein. Het water is altijd dichtbij. Vlakbij het clubhuis kunnen wij dwars over het terrein lopen. Bij mooi weer vliegen de ballen en libellen alle kanten op.
Deze foto's worden gebruikt om waterpartijen te laten zien. En zo meteen iets over de libellen te vertellen.
Bij het clubgebouw kunnen wij eindelijk dwars over het terrein. Maak er gebruik van!
De natuurvriendelijk ingericht golfbaan van Oudemirdum is zeer interessant voor libellen, met soorten als zwervende heidelibel, tengere grasjuffer en gevlekte witsnuitlibel. In 2008 werd hier ook een zuidelijke keizerlibel gezien.
Kort na een storm, voorjaar 2015, met omgevallen boom. De beschoeiing van de Luts is typisch libel-onvriendelijk.
Een klein ven met veel organisch materiaal op de bodem. Het water is waarschijnlijk zuur.
Het Starnumansven is iets te ver weg voor een van deze wandelingen, maar makkelijk met de fiets te bereiken. Hier planten zich ook dezelfde drie soorten witsnuitlibellen voort die in Wyldemerk te vinden zijn. In 2011 werd ook een vierde gezien: de zeer zeldzame oostelijke witsnuitlibel. Deze libel was sinds 2005 alleen bekend van de Catspoele, op de Delleboersheide in zuidoost Friesland.